Ga naar de inhoud

10 Voorleestips

Iedereen kan voorlezen! Sommige zijn er beter in dan anderen, maar ook hier geldt: van proberen kun je leren en oefening baart kunst. Voorlezen wordt nog leuker als je de volgende tips in je achterhoofd houdt.

  1. Blijf vooral jezelf
  2. Lees niet te snel voor. Neem de tijd.
  3. Spreek duidelijk. Gebruik je eigen stem.
  4. Let op de juiste klemtonen.
  5. Probeer contact te houden met je kind.
  6. Het gaat niet om leuke stemmetjes of grote gebaren, maar om boeiend voorlezen.
  7. Je kunt je stem gebruiken om de sfeer van het verhaal duidelijk te maken.
    Je kunt hard en zacht praten afwisselen.
    Je kunt in tempo variëren.
    Laat de emoties van de hoofdpersonen doorklinken in je stem.
    Zorg dat wat je doet past bij het verhaal.

8. Ondersteunende geluiden of bewegingen kunnen je kind verrassen en nog alerter laten luisteren.

9. Verspreken is niet erg. Begin je zin rustig opnieuw.

10.Laat je plezier zien en horen.

Blijf het enthousiasme van je kind in lezen stimuleren.

A book is a magic portal to another dimension – unknown

Hoe zorg je ervoor dat het voorlezen een echte leesbeleving wordt? Voorlezen is interactief en door samen, met volledig aandacht, aanwezig te zijn, creëer je een soort vacuüm naar een andere dimensie.

  1. Zorg voor een gevarieerd aanbod in boeken, zodat je kind in aanraking komt met verschillende belevingswerelden. Zo kan je kind leren welke soort boeken hem leesplezier geven.
  2. Speel in op de interesses van je kind. Dat zal de nieuwsgierigheid prikkelen en helpt de fantasie te ontwikkelen.
  3. Bekijk de voor- en achterkant van het boek. Praat over wat je op de cover ziet. Vraag je kind waar het boek over zal gaan. Eigen verbeeldingskracht komt hier om de hoek kijken.
  4. Vermijd moeilijke woorden niet, maar leg ze uit. Stel vragen over de betekenis van woorden en het verhaal. Hiermee breidt je de woordenschat van je kind uit en dit draagt bij aan begrijpend lezen.
  5. Voorspel samen het verhaal. Vraag op spannende momenten aan je kind hoe het verhaal verder zou kunnen gaan. Kinderen krijgen (nog) meer interesse in de afloop.
  6. Lees verhalen opnieuw voor. Herhaling zorgt ervoor dat kinderen andere dingen oppakken en het verhaalbegrip diepgaander is.
  7. Vraag je kind het verhaal samen te vatten wanneer je een boek weer oppakt. ‘Waar waren we ook al weer gebleven? ’Wat hebben we gisteren gelezen?’
  8. Speel in op reacties: Neem opmerkingen van je kind serieus en vraag door. Je kind leert verbindingen leggen bij eerder opgedane kennis en nieuwe informatie.
  9. Praat na over het boek: ‘Wat vond je van het boek?’ ‘Wat vond je verrassend of leuk?’ Of laat je kind het verhaal navertellen aan een broertje, zusje of pop.
  10. Lees niet te lang voor. Als je concentratie verslapt leg het boek dan weg. 

KEEP CALM and find magic between the pagesunknown

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.